Brede paden, geen drempels en een wip waar een rolstoel in past. Klinkt als een inclusieve speelplek, toch? Echt inclusief wordt het pas als iedereen zich welkom én betrokken voelt. En dat gaat verder dan alleen het plaatsen van aangepaste toestellen. Een toegankelijke speelplek zorgt dat je er kunt komen ook als je een lichamelijke beperking hebt. Een inclusieve speelplek zorgt dat iedereen er samen kan spelen.
In deze blog lees je waarom een inclusieve speelplek meer is dan alleen toegankelijkheid.
Toegankelijkheid gaat over de fysieke ruimte: kun je met een rolstoel het terrein op? Zijn de toestellen bereikbaar voor iemand die slecht ter been is? Of zijn er duidelijke routes voor iemand met een visuele beperking? Dit is stap één. Zeker belangrijk, maar als het daar stopt blijven we steken in het idee dat ‘er zijn’ genoeg is. Want een kind dat alleen maar kan toekijken terwijl de rest speelt, doet niet écht mee. Echt meedoen betekent: kunnen spelen op je eigen manier. Niet elk kind houdt van drukte of van fysieke uitdagingen. Sommige kinderen hebben behoefte aan structuur, rust, overzicht of duidelijke prikkels. Of juist aan samenwerking en sociaal contact. En sommige kinderen, bijvoorbeeld met autisme, vinden het lastig om direct deel te nemen aan spontaan groepsspel , hebben baat bij voorspelbaarheid. Een speelplek kan technisch perfect toegankelijk zijn. Toch voel je je buitengesloten als je je er niet welkom voelt of geen plek vindt in het spel van anderen. Inclusie is dus net zo goed een kwestie van sfeer, cultuur en sociale veiligheid. Wat kinderen in de speeltuin leren, nemen ze mee naar school, naar de sportclub en later naar hun werk. Als we willen bouwen aan een inclusieve samenleving waarin verschillen geen belemmering, maar een verrijking zijn, begint dat in de speeltuin. Want jong geleerd is oud gedaan. Hier leren kinderen dat iedereen anders is en dat dat oké is. Dat lukt alleen wanneer álle kinderen kunnen meedoen. Als kinderen nooit spelen met leeftijdsgenootjes met een beperking, is het logisch dat ze hen later als ‘anders’ zien. Niet omdat ze dat bewust zo bedoelen, maar omdat ze het niet anders gewend zijn. Een speelplek waar iedereen welkom is laat kinderen juist wél opgroeien met verschillen. Het laat ze ervaren dat verschillen normaal en zelfs waardevol zijn en een kind meer is dan zijn handicap. Zo wordt de speeltuin een oefenplaats voor het echte leven. Bij BOERplay geloven we dat samenspelen geen luxe of extraatje is, maar de standaard. En dat vraagt om meer dan wat aanpassingen in het ontwerp. Het vraagt om een fundamenteel andere kijk op buitenspelen, op wat kinderen nodig hebben en op wat het betekent om écht mee te kunnen doen. Want pas als ieder kind zichzelf kan zijn in het spel, en zich gezien voelt, is een speelplek écht inclusief. Meer weten over inclusief spelen of hoe we jouw speelplek kunnen omtoveren tot een samenspeelplek? Lees de whitepaper. Toegankelijkheid is de basis, geen eindstation
Meedoen = je gezien, gehoord en begrepen voelen
Een inclusieve speelplek houdt daar rekening mee. Denk aan:
Inclusie is ook een gevoel
Dat begint bij hoe de speelplek ontworpen is, maar het zit ook in hoe we er met elkaar omgaan. Hoe kinderen worden uitgedaagd om samen te spelen, verschillen te overbruggen en elkaar te helpen. Een ontwerp kan dat stimuleren: met toestellen die vragen om samenwerking of uitdagingen die juist verschillen in vaardigheden combineren. Zodra kinderen merken dat iedereen mee mag doen en ertoe doet, ontstaat er ruimte voor écht inclusief spel. En dat is misschien wel belangrijker dan welk toestel er ook staat.
Speeltoestellen en spelaanleidingen die aansporen tot samenspel:
Het speelplein als spiegel van de samenleving
Samenspel is de norm, geen uitzondering